Jaap Hiddink

Jaap Hiddink

Jacob Gerardus Hiddink is in 1910 in Nunspeet geboren. Hier werd hij een van de bekendste Nunspeetse schilders. Hij overleed hier ook in 2000. Hiddink was een leerling van Jos Lussenburg en leerde naar eigen zeggen ook veel van Ben Viegers. De familie Hiddink woonde aan de Laan te Nunspeet en het gezin bestaat uit vader Herman Hiddink, moeder Delia Hiddink-Beins, oudere zus Lies en Jaap. Later zijn daar nog broer Anton en zus To bij gekomen.

Voorliefde voor schilderkunst

Reeds in zijn prille jeugd heeft hij een bijzondere voorliefde voor de natuur en de schilderskunst en hij begint ook al heel jong te tekenen en te schilderen. Als jongen hangt hij aan de lippen van de Nunspeter schilders als Jos Lussenburg, Jan van Vuuren en Hendrik Verburg, die bijna dagelijks bij moeder Hiddink koffie komen drinken. Jaap geniet zijn middelbare schoolopleiding aan het Van Kinsbergen Instituut in Elburg. Na het overlijden van zijn vader in 1921, blijft moeder Hiddink achter met 4 kinderen. De financiële middelen voor een verdere studie ontbreken dan. Zijn wens om dierenarts te kunnen worden, kan niet vervuld worden. Door avondstudie behaalt Jaap wel het diploma voor apothekersassistent en ook het vakdiploma fotografie.

Hiddink was kunstenaar in een periode dat de Noordwest-veluwe veel kunstenaars huisvestte en Nunspeet nog een echt kunstenaarsdorpje was, waar kunstenaars uit het hele land naar toe trokken. Hiddink heeft altijd in Nunspeet gewoond en gewerkt. Jaap Hiddink was een geweldig man die tot het laatst toe schilderde in zijn atelier aan de Spoorlaan. Wie daar aan huis kwam waande zich in een andere wereld. Overal hing zijn werk.

Carriere als kunstschilder

In 1935 neemt Hiddink met drie schilderijen deel aan een door het Willem Kollum Fonds uitgeschreven prijsvraag. Hiervan wordt er een, bij de beste 10 van de 180- inzendingen verkozen. De drie werken worden geëxposeerd in het gemeentemuseum te Amsterdam. Dit betekent een behoorlijke aanmoediging om door te gaan met schilderen. In de bezettingstijd zit hij enige tijd ondergedoken op de botter van de Elburger visser Aalt Peters, een vriend van Jos Lussenburg. Zijn ervaring met botters en zijn kennismaking met de Zuiderzeehavens worden later bij het schilderen van onschatbare waarde. Verder tekent hij tijdens de oorlogsjaren ook veel met Jos Lussenburg en schildert hij in diens atelier. Hier bestudeert hij de anatomie van mens en dier.

Hij werd beschouwd als de nestor van Noordwest-Veluwse schilders. Hiddink was deels autodidact maar werkte ook veel samen met mede kunstenaars van wie hij veel leerde. Naast Viegers en Lussenburg rekende Hiddink ook Jan van Vuuren tot zijn vrienden.

In 1932 trouwt Jaap met Henny Keppel. Samen beginnen zij een gecombineerde drogisterij/fotozaak, waarin Henny de stuwende kracht is. Het is dan ook vooral aan haar te danken dat Hiddink zoveel tijd krijgt om er met zijn vriend Jos Lussenburg en andere kunstschilders op uit te trekken om te schilderen.

Vriendenclub

Nadat hij in de zaak schilders materiaal gaat verkopen komt hij ook steeds meer in contact met academische gevormde kunstschilders als Arthur Briët en Ben Viegers, die hem vaak met raad en daad bijstaan. Jaaps interesse en bewondering gaan in het bijzonder uit naar de werken van George Breitner en Isaac Israels. Hun vlotte, rake stijl boeit hem in hoge mate, vooral omdat hij zelf op een soortgelijke manier werkt. In Ben Viegers vindt hij iemand die snel en virtuoos het penseel hanteert. Iemand met een vlotte stijl, met wie hij zich verwant voelt. Ook hun karakters vertonen veel overeenkomst. 

Hiddink schildert vaak met Viegers en krijgt van hem de nodige aanwijzingen. Tijdens zijn wethouderschap speelt Jaap een belangrijke rol bij de totstandkoming van de Nunspeetse Vrije academie voor Beeldende Kunsten in 1968. Met de andere leden van de Nunspeetse schilders-vriendenclub, die regelmatig bij elkaar aan huis vergadert, ontwikkelt hij samen met de beeldhouwer en kunst-schilder Cor Vrendenberg, het plan om een plaatselijke kunstschool te stichten.

Hoewel Jaap Hiddink wel schilder van de Veluwe wordt genoemd wil dit geenszins zeggen dat hij alleen maar het Veluws landschap met zijn heidevelden, bossen, dorpjes, boerderijen en marktgezichten schildert. Integendeel, zijn werk toont een grote variatie in stadsgezichten. Zo legde hij o.a. Hoorn, Enkhuizen, Veere, Roermond, Middelburg en Delft op het doek vast. Verder stillevens, portretten en landschappen.